vrijdag 6 juli 2018

De bekroning

Gisterenavond hebben we toch nog 12km extra gefietst. In Sol Troja is geen enkel restaurant. We gingen dan maar verder naar de kop van het schiereiland waar een nieuw kunstmatig dorp voor de strandtoerist is gebouwd.  Met DJ's in een park en op de promenade is het niet ons ding maar we krijgen de maag wel gevuld. De mooie foto van de zonsondergang tijdens de romantische strandwandeling maakt dat weer goed. 

We beginnen vandaag ons dagtraject op een andere manier. Om van het schiereiland af te komen kunnen we terugkeren, ofwel de boot nemen naar de overkant. Dat laatste lijkt ons een betere optie. In Sebutal aan de overkant hebben we vier opties om te fietsen. We kiezen voor de langste en moeilijkste. Eigen schuld... Een eerste bergpasje klimmen we op tussen veel verkeer. De tweede is minder steil en rustiger. Dan komen we op een mooi rustig wegje. Hier vlak bij de kust is het verrassend bergachtig. Dan begint de pret voor een eerste keer. "Afslag naar camping volgen" schrijft het boekje voor. Wat er niet stond is dat net na de bocht een mooie 11% wacht. Met de verkeerde versnelling ... eerste keer van de fiets. Vanaf de camping rijden we op een onverharde weg stevig omhoog, op losse keizels. Tweede keer afstappen. Even maar. Wat verder klimmen kan fietsen terug. Maar het loont. Het is hier rustig een heel mooi. Daarna krijgen we terug wat wegen met druk verkeer. In de verte doemt Lissabon op. De Taag en een natuurreservaat scheiden ons van het doel. Het reservaat noemt Apostica. Het is best te vergelijken met de natuurgebieden in de Kempen. Een open bos met veel zand. 

De weg die we volgen is aanvankelijk een grindweg met zand en korte maar snedige hellingen. Het fiets wel. Maar plots is het een beetje te veel zand. Derde maal afstappen en duwen maar. Zo'n belanden trekkingsfiets door een duin duwen is echt wel werken. 300 meter volhouden zegt ons boekje. Ik schat dat het een drievoud was.

Eindelijk asfalt en we kunnen terug rijden. We fietsen nog even door een vakantiedorp dat ik schril contrast staat met rijkdom in Troja. Hier heb ik de indruk in Afrika te zijn. Slechte asfalt met zand en putten. Campings die lijken op een vluchtelingenkamp. Veel verkeer. En vooral vuil. Na wat kilometers komen we bij de rivier die we op drie fietsreizen iedere keer ontmoeten als een trouwe gezel. De Taag. Als een krachtige stroomt vloeit ze statig naar de oceaan toe. Aan de overkant ligt Lissabon. Het lijkt wel de bekroning van drie jaar fietsen op het Iberische schiereiland. Een veer brengt ons naar Belem. Via een fietspad rijden we naar het centrum, in twee keer. Een uitnodigend terras van een ijsbar doet ons halfweg stoppen. Heerlijk. 

Een fantastische Italiaans restaurant, met TV, en schitterende Rode Duivels beklinken de dag.
Zo. We hebben het gehaald. Lissabon. Onze fiets gaat op stal. We genieten morgen van een dag rust in de Portugese hoofdstad.

Stats:
Vandaag: 79km. 772m op en 708 af is niet slecht voor een kustwandeling.

Voor de drie weken: 
17.050 kilometer gereden. 15.644 meter geklommen en 15.257 meter gedaald. De ijsjes en koekjes hebben we niet geteld. We zullen alleszins moeten inbinden.

Terwijl ik zit te tikken is er eentje in slaap gedommeld. Is ze dan toch moe te krijgen? ;-)
Slaap zacht. 


donderdag 5 juli 2018

Vamos a la playa

Om Evora te verlaten moeten we eerst wat drukkere wegen trotseren. Al snel komen we terecht op kleine baantjes die ons over een glooiend landschap voeren. Het is genieten van de rust op de fiets. Dorpjes zijn nauwelijks meer dan een boerderij en een kerk. 

Na dertig kilometer komen we in Santiago de Escoural, een iets groter dorp. In de buurt zijn marmergrotten waar muurschilderingen zijn gevonden die dateren uit het Paleolithicum. Om de grotten te bezoeken moet je een dag vooraf reserveren. In het dorp is gelukkig een informatiecentrum met educatieve panelen en een film. Naarmate we verder rijden wordt de natuur groener. Wat ons opvalt is dat de ooievaars terug zijn. Sinds we in Portugal zijn, hebben we er nauwelijks gezien. Langs rijkelijk bevloeide akkers vinden ze blijkbaar hun biotoop. Vooral rijstvelden zijn in trek. Plots, na een bocht, staan we voor Alcacer do Sal. Dit is een oud, pitoresk stadje met een mooie promemade langs een rivier. Het bestaat al meer dan 800 jaar. De Romeinen ontdekten al dat er in de buurt aan zoutwinning kon gedaan worden. Vandaar de naam. De gezellige promenade is ons decor voor de picknick. 

Daarna wacht ons 26 kilometer die we op deze fietsreizen af en toe moeten trotseren. Auto's rijden snel. Heel snel. De anderhalve meter afstand tussen fietser en auto respecteren ze hier niet. De Portugezen kunnen nog wat leren van de Spanjaarden. Daarboven op komt de wind. Wij rijden recht naar het westen. De wind blaast stevig in omgekeerde richting. Eindelijk kunnen we rechts afslaan en komen in een dorpje met nog oude vissershuisje opgetrokken met leem en riet. 

Comporta, iets verder is duidelijk in trek bij de zonnekloppers die in de buurt op strand liggen. Er zijn winkeltjes en een paar gezellige terrasjes. Rest ons nog 13km tegen de wind naar Sol Troja. Dit is een nieuw dorp vol vakantievilla's en evenveel zwembaden gelegen op een heel smal schiereiland. Rechts zien we een inham van de zee. Links schittert de Atlantische oceaan. We nemen onze intrek in een van de bescheiden optrekjes die als guesthouse wordt uitgebaad. 

Stats: 116km. 653m op. 928m af.

woensdag 4 juli 2018

Hoofdstad van Alentejo

Zwaarbewolkt, windering en het voelt fris aan. Gelukkig breekt de zon snel door. De wind zal echter blijven blazen uit de richting waar wijj naartoe willen. Een everzwijn loopt onbeschermd over een brandgang naast de weg het eucalpyptusbos in. Die bomen horen bij de Alentejo zoals Canadese populieren bij Vlaanderen. We zijn eraan gewoon geraakt maar het zijn exoten. Eucalyptusbomen werden ooit uit Australië ingevoerd maar ze zuipen de grond leeg. Het bos heeft een Ardens karakter omdat het gelijkaardige hellingen zijn met aangeplant bos. Maar het is mooi. 



Hier en daar vinden we een pitoresk dorpje met witte huisjes op onze weg. Ter afwisseling rijden we tussen uitgestrekte wijngaarden en grote olijfplantages. Trouwens, gisteren bij het eten vroeg ik mij een goed glas lokale wijn. Ze hebben me niet teleurgesteld.
Exact om een uur komen aan in Evora. De mooiste stad van Alentejo. Al van ver zagen we de kathedraal uitsteken boven de omliggende velden. We nuttigen onze picknick op het grote plein, Plaça Geraldo. Er zijn minder mooie plekken te bedenken om te genieten van een boterham met lokale schapenkaas. 

Net zoals in Merida staat hier nog een Diana-temptel die getuigt van een ver Romeins verleden.  Het aquaduct is echter veel minder oud. Het werd opgetrokken in de 16de eeuw. In sommige bogen zijn nu gevels van huizen gebouwd.

Echt merkwaardig is de kapel waarvan de muren binnenin helemaal zijn gedecoreerd met menselijke beenderen van het plaatselijke kerkhof. De paters willen ons zo laten nadenken over het feit dat we slechts tijdelijk op aarde aanwezig zijn. Om onze wijsheid nog wat aan te scherpen, of was dat ijdele hoop, bezoeken we nog de universiteit, gesticht in de 16de eeuw door Jezuieten.
We slapen dit keer niet in een paleis maar in een convento. De kamer noemen ze hier een cel omdat het nog de oorspronkelijke cellen van de nonnen zijn. Klein maar leuk. Eten doen we in het tweede addresje dat we in de Knack vonden. Enoteca Cartuxa. Om vingers van af te likken. 



Stats: 69km. 651m op. 820m af.

dinsdag 3 juli 2018

Marmeren bestrating

We laten het breed hangen vandaag. Door het uurverschil, Portugal leeft op Engelse tijd, kunnen we een uur langer in bed blijven. We rijden ook slechts 57 kilometer omdat we een uitgebreide culturele stop inlassen. 's Avonds genieten we van ons beste dinner tot nu toe.
We rijden door de Alentejo met zijn heuvelend parcours. De graanvelden zijn terug. Olijfgaarden en weides met kurkeik zorgen voor de afwisseling. Deze streek is de belangrijkste producent van kurk in de wereld. Bomen staan hier in hun blootje. Dat wil zeggen, ze zijn ontdaan van hun schors. Daarmee maakt men kurk voor flessen allerhande. 

Na dertig kilometer houden we halt in Vila Viçosa. Vonden we in Elvas nog dat de tijd was blijven stil staan, dan is hier duidelijk meer leven. Het is een mooi en gezellig stadje met langs een lang centraal plein aan de ene kant een kathedraal en aan de andere kant een burcht. Wat opvalt is dat alles hier in marmer is. Deur- en raamlijsten, banken en straatlantaarns, voetpaden, zebrapaden en wegmarkeringen. Kortom alles.

Dit komt omdat we midden in de Portugese streek voor marmerontginning zitten. We bezoeken een klein, maar interessant marmermuseum waar een jonge dame ons een privé-rondleiding geeft. We leren dat ze in Villa Viçosa voornamelijk roze en groen marmer delven en in het nabij Estremoz het zeldzame en duurdere, zuiver witte marmer. Naar verluid het beste van de wereld. 

Hoe klein dit stadje ook moge zijn. Het is echter politiek heel belangrijk voor Portugal. De graven van Braganza woonden eerst in de burcht. Vanaf 1479 hebben hier een paleis gebouwd. De gevel, 110 meter lang is uiteraard helemaal opgetrokken in marmer. De 8ste graaf werd de eerste koning van Portugal. Sindsdien werd de eerstgeboren zoon van de koning graaf van Braganza. De laatste koning en zijn zoon werden in 1910 vermoord en sindsdien is Portugal een replubliek. We bezoeken het mooie paleis. Het is echt de moeite waard. Weerom zien we Vlaamse wandtapijten maar ook kostbare Oosterse tapijten,  Franse meubels en Chinees porcelein. We leren ook dat Manuelin een typisch Portugese laat Gotische stijl is. 

Na dit bezoek rijden we door naar Estremoz. We passeren eerst verschillende marmergroeves alvorens tussen olijfbomen en heel veel wijngaarden terecht te komen. Estremoz is een klein stadje met bovenop een heuvel een burcht met weerom een koninklijk paleis. Het is nu een Pousada en wij parkeren onze bestofte fiets op de binnentuin. 

Toeval wil dat Els gisteren in Knack Weekend een artikel leest over twee Fransen die in deze streek een B&B zijn begonnen. Ze hebben twee favoriete plekjes om te gaan eten. Eentje in Estremoz. Wij gaan op verkennen. Wat hebben wij genoten, zeg.


Stats: 57km. 675m op. 537m af.

maandag 2 juli 2018

Twee klaprozen

De Romeinse brug van zevenhonderd meter lang leidt ons uit Merida. Vijf kilometer verder komen we aan het Canal de Montijo. Dat zal voor zestig kilometer onze gids zijn. 

We rijden daardoor grotendeels vlak, langs vruchtbaar landbouwgebied. Vooral de perzikplantages vallen ons op. De pluk is volop bezig. 

Gisteren leerden we al dat er een kleine zilverreiger bestaat. Een eilandje in de rivier van Merida zat vol. Hier zit hij rustig in de rijstvelden. We zien ook de blauwe ekster meermaals langs ons fladeren. Op de middag arriveren we in Badajoz. Het is de grootste stad van Extramadura. Naast een fort en een plein met fraaie rode gevels is er weinig te beleven voor de toerist. 

Het begint er zowaar te miezeren. Om verder de rijden trekken we ons splinternieuw regenjasje aan. Twee knalrode papavers trappelen onbewust Portugal binnen. Geen enkel bord dat ons hierop wees. Enkel het feit dat we Elvas naderen maakt dit duidelijk. 

Elvas is een bezonder stadje in Portugal. Gezien het vlak bij de grens met rivaal Spanje ligt moest het in het verleden zwaar verdedigd worden. De driedubbele omwalling is al van ver te zien. De verdedigingsmuren omgeven nog steeds heel het kleinje stadje en zijn een rondwandeling waard. In 1811 werd er tussen Badjoz an Elvas ook zwaar slag vevoerd. Engelse,  Duitse, Spaanse en Portugese troepen, 11.000 man in totaal, voerden slag tegen het leger van Napoleon. Het is leuk kuieren in een doolhof van straatjes. Alle huizen zijn wit met gele versieringen. Verder bezoeken we nog de mooie kathedraal en het achthoekig kerkje St. Domingos. Het vele marmer is de voorbode van de marmerstreek waar we morgen in rijden. 


De knuffel op onderstaande foto doet de groetjes aan de gulle schenkers. Hij mag al twee weken op de voorste rij meerijden.
Stats: 92km. 322m op. 237m af.

zondag 1 juli 2018

Het kruispunt

Het is een surreëel zicht na de dorre bergen van de vorige dagen. Een vette, vruchtbare landbouwvlakte staat vol gezonde gewassen waaronder zelfs rijst. De verklaring hiervoor is dat we langs een irrigtiekanaal rijden. Water wordt via allerlei aftakkingen de velden in geloodst. We volgen dit kanaal voor bijna veertig kilometer via een vlakke asfaltweg zonder verkeer. Hier en daar zien we een boer werken op zijn veld. 

Bij het eerste dorp is het terug tijd voor tostadas con tomate want het ontbijt in de B&B stelde niets voor. Het is dan nog 15km tot Merida.
Deze stad ligt op het kruispunt van de Via de la Plata die we vorig jaar reden en de Routa Iberica die we dit jaar verkennen. Wie onze blog vorig las weet misschien nog dat Merida het Rome van Spanje wordt genoemd. Er staan hier nog veel restanten van een rijk Romeins verleden. Wij bezoeken dit keer het interessante Museo Nacional del Arte Romano. 


We wandelen dan nog wat door de stad langs de tempel van Diana, langs het forum, en over eilanden in de rivier. Daar zien we dat er naast een zevenhonderd meter lange Romeinse brug ook een brug is van Calatrava. We komen nog langs de twee aquaducten vooraleer op zoek te gaan naar een ijsje.


Vanaf vier uur is het leven op straat bijna stilgevallen. Uit ieder café komt supportgeluid. Spanje speelt zijn achtste finale tegen Rusland op de wereldbeker voetbal. De gelegenheid om de blog bij te werken op een terrasje. Morgen rijden we Portugal in.
Stats: 61km.  269m op. 351m af.