zaterdag 30 juni 2018

Iberische lynx

In de voormiddag rijden we nog steeds door het geopark Las Villuercas. Granieten rotsmasieven, beboste hellingen, diepe dalen en af en toe een dorpje vormen een schilderachtig decor. We rijden de ene pas na de andere over. Er schijnt geen eind aan te komen. 

Om elf uur hebben we weer honger. Tostadas con tomate op een terrasje doet wonderen. We verlaten het geopark en de omgeving verandert in het typische landschap van Extramadura. Dit is sterk heuvelachtig met dorre grasvelden doorspekt met bomen en wat graniet blokken. Hier en daar staat een kudde koeien of geiten te grazen. 

Plots, op ongeveer twintig meter voor mij, wandelt een Iberische Lynx doodgemoederd de weg over. Ik ben dicht genoeg om hem goed te bekijken. Dit gebied is erom gekend. Toch is het dier zeldzaam. De natuur is ons gunstig gezind. De zon ook. Ze verstopt zich meer en meer achter een dun wolkendek. De temperatuur blijft daardoor steken op 26 à 27 graden. 

Na de picknick, die we slecht na twee uur nuttigen, rijden we nog 23km die we vorige jaar in omgekeerde richting ook reden. En zie, terwijl België snakt naar water krijgen wij lichte regen over ons. Niets erg. Na een uur schijnt de zon terug. We overnachten in het dorpje Ibahernando. Er is letterlijk niets meer te doen dan rusten en wachten tot het restaurant opent, om half tien.
Stats: 113km. 1535m op. 1886m af.

vrijdag 29 juni 2018

Camino Real.

De ene bergpas is de andere niet. De ene is kort en heftig. De andere lang uitgerokken. Onze eerste vijftien kilometers zijn vlak en oninteressant. Daarna rijden we de Via Verde de la Jara op, een fietspad op een oude spoorbedding. Vijftig kilometer trappen door een mooie natuur zonder ook maar iets van bewoning. Dat kunnen we ons in Vlaanderen niet voorstellen. Het wegdek is niet schitterend maar beter dan het asfalt van gisteren.


We rijden deze route echter in de verkeerde richting. Het is permanent lichtjes bergop. We naderen bergen en rijden zonder het goed te beseffen de Puerto de San Vincente op. Boven gekomen wordt de natuur nog mooier. Twee rotsige bergruggen, gescheiden door een dal, vormen een mooi decor. Aan een van de rotsen is een uitzichtpunt om roofvogels te spotten. De weg verder gaat nog steeds op en af. We rijden nu door het mooie Extramadura. 

Vanwaar de titel? Reeds in Talavera gisteren zagen ze tekens voor wandelaars naar Guadalupe. Dit stadje telt nauwelijks tweeduizend inwoners. Niets speciaals zou je denken. Toch is het klooster Unesco werelderfgoed. Guadalupe is een van de belangrijkste bedevaartsoorden van Spanje. Ook koningen liepen de bedevaart vanuit Talavera.
Het klooster is behoorlijk indrukwekkend in omvang en werd gebouwd door koning Alfonso XI in de 14de en 15d eeuw. Er zijn fraai gedecoreerde tombes, een zaal met oude koorboeken en een andere met oude kerkelijke gewaden. In de zaal met schilderijen zien we El Greco, Zurbaran en leerlingen van Rubens en Dirk Bouts. De relikwieën-kapel is mooi maar het pronkstuk is de sacristie. De moeder aller sacristieën genoemd. Ze is rijkelijk gedecoreerd maar het orgelpunt zijn acht grote schilderijen van Francisco de Zurbaran, zijn topstukken.We leerden deze belangrijke Spaanse schilder twee jaar geleden al kennen in Sevilla en bezochten vorig jaar een museum in zijn geboortedorp . We worden zowaar nog kenners. Alles draait evenwel om de Zwarte Madonna die hier aanbeden wordt. Na het verdrijven van de Moren zou een herder een verstopt beeld hier gevonden hebben. Dat was de start voor de pelgrimages en de bouw van een kapel. 

Het oude hostipaal voor mindervaliden is nu een kleine Parador. De appelsienbomen in de patio zorgen voor aangename afkoeling.
Stats: 112km. 1001m op. 730m af.

donderdag 28 juni 2018

Slechte wegen

We zitten aan de oevers van de Taag in Talavera de la Reina. Twee jaar geleden zagen we de nietige bron van deze rivier. Vorig jaar keken we vanop de rotsen van Manfrague boven de Taag naar de roofvogels. Vandaag ontmoeten we deze waterloop terug midden in Spanje. We zullen ze nog zien. Om hier te komen heeft Paul Benjaminse ons langs veel slechte wegen gestuurd. Drie trajecten zijn enkel geschikt voor een mountainbike. 

We begonnen deze morgen om zeven uur met vier kilometer klimmen aan 7% tot het uitzichtpunt San Felipe II. Vandaar krijgen we een uitstekende indruk van de immense omvang van het kloosterpaleis. 

De weg vervolgt voor vier kilometer over een pad met mul zand, stenen en geulen. Van terug indommelen is geen sprake. De natuur is hier geheel anders dan de vorige week. Grote granietblokken maken de grond onbruikbaar voor landbouw. Graanvelden zijn vervangen  door weides met steeneik. De bloemenpracht van vorige dagen is ook verdwenen.
Verderop krijgen we nog eens een afdaling die je niet echt wil doen met een trekkingsfiets met bagage. Volharding loont. Beneden komen we op een fietspad langs een heel mooi riviertje. 

Vanaf Pelayos kiezen we voor de route over 'asfalt'. Putten, geulen en bulten zijn ons deel. Bergop valt het nog mee. Bergaf is het opletten geblazen en kunnen we geen snelheid maken. Voor vele kilometers rijden we door desolaat maar mooi gebied. We scheren daarbij op de rand van het centrale gebergte. Onze route heeft daardoor een Ardens karakter. Constant op en af. Zelfs de laatste twintig kilometer bergaf snijden nog een paar keer door de benen.

Talavera is een woon/werk-stad. Er is weinig te zien. De basiliek met het Plaza Major zijn wel mooi. de verse kersen bekronen onze sportieve dag.
Stats: 121km.    1617m op. 2246m af.

woensdag 27 juni 2018

Bergje over naar El Escorial

Even nog dit over gisterenavond. Terwijl we op het terras van het hotel verpozen komt een steenarend paraderen boven de vallei die de parador van de stad scheidt. Hij scheert verschillende keren letterlijk aan onze neus voorbij.
Een deel van het centrale gebergte van Spanje noemt de Sierra de Guadarrama. Wij moeten erover. Vanuit Segovia is het duizend meter klimmen en dat start onmiddellijk stevig aan het aquaduct. Iets verder wordt het gelukkig wat minder heftig. Na tien kilometer komen we bij San Ildefonso de la Granja. Koning Felipe V liet hier een klein Versailles bouwen inclusief tuinen naar Frans model. We zijn te vroeg voor een bezoek en zien enkel het kasteel langs de voorkant. 

Van hieruit gaat het nu echt de berg op door mooi naaldbos. We komen langs verschillende parkings voor wandelaars en zien mooie paden. Eerst gaat het een beetje op en nauwelijks af. Dan wordt het serieus. 9 tot 11% krijgen onze benen te verduren. Al bij al viel dit nog mee. Op de top komen fietsers langs drie kanten naar boven. Een appeltaartje is onze beloning.

Bergaf gaat natuurlijk heel wat vlotter. De weg ligt er perfect bij. Bochten zijn overzichtelijk. Na 10 kilometer komen we in Cercedilla. Dit bergdorp is het mekka voor wandelaars en fietsers. Na de picknick krijgen we een heel mooi stuk van de tocht. Maar, dit is eerder mountainbiken. Een pad met een afwisseling van stenen en mul zand voert ons langs verschillende poortjes door een heel mooi stuk natuur. We rijden dwars door weides met koeien en paarden.

Zo rijden we Escorial binnen en beginnen ons hoofdstuk cultuur met de grote C.
Filips II liet hier een kloosterpaleis bouwen. Het werd een van de acht wereldwonderen. Het was een keerpunt in de architectuur als overgang naar strakke classistische stijl. Er zijn maar liefst 4000 kamers en is dus echt impossant. De bibliotheek is schitterend met een collectie boeken uit de middeleeuwen die indrukwekkend is. De basiliek overtreft dit in grootsheid. De koepel doet denken aan die andere in Rome. Het hoofdaltaar is geheel opgetrokken in marmer van de beste soort met behoorlijk wat goud erop. Een zaal is helemaal beschilderd met veldslagen uit de tijd. Uiteraard bedoeld om de bezoeker te imponeren. Echt onder de indruk werden we van het koninklijk panthenon. Verschillende zalen met marmeren graven van afstammelingen van Spaanse koningen, een speciale sarcofaag voor vroeg gestorven kinderen en de eigelijke koningszaal. Indrukwekkend. Er zijn ook zalen met vele schilderijen van topkunstenaars uit de tijd. We herkennen onder andere Coxcie, Jeronimus Bosch en El Greco. Maar onze Vlaamse trotst komt weer bovendrijven in de zaal met hun topwerk: De kruising door Rogier Van der Weyden. Het is een van de drie schilderijen van hem dat geidentificeerd kan worden aan het hand van een archief. In dit geval het archief van El Escorial. En het is mooi. Wij beleefden een topdag.


Stats: 77km. 1282m op. 1247m af.

dinsdag 26 juni 2018

Segovia

Segovia is een stad met 52.000 inwoners. Dat is min of meer de helft van Leuven. Het  oude centrum ligt op een heuvelrug met steile wanden. Op het uiteinde ervan ligt het Alcazar, de burcht. De natuur zorgt voor een natuurlijke bescherming. We vertrekken te voet uit ons hotel. Via een grindweg komen we in het dal onder de stad terecht. Daar wordt onze stoutste verwachting overtroffen. Het padje langs het riviertje lijkt wel een miniatuur versie van Klein Zwitserland. Uitzicht op het fort boven ons is schitterend. We draaien rond het stadje en klimmen de andere kant op naar de burcht toe. 

Deze is in niets te vergelijken met zijn soortgenoten in Sevilla en Granada. Deze werd menigmaal verbouwd en mixt Moorse invloeden, Gotiek en Renaissanse vlot door mekaar. Binnenin zijn alle ruimtes mooi gerestaureerd met vele bonte kleuren. 

Ooit stond op het plein voor het Alcazar een kathedraal. Die werd echter grotendeels verwoest tijdens een oorlog. Er werd dan besloten iets verderop een nieuwe te bouwen. Deze moest de trots van de stad worden en dat is gelukt. Hij prijkt overal bovenuit, zoals die in Salamanca. De structuur is laat Gotische met Renaissane invloeden. Verschillende delen van het interieur van de oude kathedraal zijn hier herbruikt. Het hoogtepunt is de zaal met acht wandtapijten vervaardigd in Brussel (B&B) naar een ontwerp van Pieter Paul Rubens. 

De laatste topper van de stad is het aquaduct. Hij is meer dan 700 meter lang, tot 28 meter hoog en telt 167 bogen. Hij is helemaal opgetrokken met granietblokken zonder mortel. Hij bracht water van 14 kilometer ver tot aan de burcht. 

Als laatste bezoeken we nog het kerkje La Vera Cruz op getrokken in de 13de eeuw. Het is dus Romaans, heel sober. Eenvoud siert. Vandaar wandelen we terug door de velden tot ons hotel.
De laatste twee uur spenderen we rustend op het terras van de Parador. Genietend van het uitzicht en een drankje. Morgen wacht ons een klim van 1000m.

maandag 25 juni 2018

Kastelenroute

Met drommen staan ze naast de weg te pronken met hun kleurenpracht. Voor iedere pedaalslag moedigen ze ons aan voor alweer een gewonnen kilometer. We rijden al een paar dagen door de graanschuur van Spanje en een beter tijdstip om deze bloemenpracht te zien is er niet. Is dit het resultaat van minder onkruidverdelgers? 

Na 30 kilometer botsen we bijna letterlijk op de verstigsmuren van Cuéllar. Deze vestingsstad heeft een rijke geschiedenis en de burcht is prachtig. 

We rijden verder door een naaldbos richting Coca. Bij vele bomen is een stuk schors afgeschraapt en hangt er een potje onder. Zo wint men hars om terpentijn te produceren.
In 1453 kreeg Alfonso de Fonseca de toestemming om in Coca een fort te bouwen. Het liep een beetje uit de hand. Het gebouw is gigantisch met een impossante gracht errond. Uniek aan dit bouwwerk uit die tijd is dat het volledig met baksteen is gebouwd. Het bezoek binnenin is zeker de moeite.

Na de middag rijden we nog bijna 50km op een oude spoorbedding. De grind zorgt ervoor dat we trager rijden. Voordeel is dat er geen auto's zijn. Eigelijk is er niemand. We zien geen kat. Tot we het Alcazar van Segovia zien opdoemen. Hier nemen we onze intrek in de Parador net buiten het centrum met prachtig uitzicht op de stad. Morgen genieten we van een rustdag. De benen zijn eraan toe. 

Stats: 126km. Stijgen 642m. Dalen 365m.

Ribera del Duero


De ene 100km is de andere niet. We reden vandaag 140 kilometer met de Duero als gids, stroomafwaarts. We kregen een paar snedige hellingen voor de wielen geschoven. Maar we reden ook kilometers lang lichtjes bergaf. Kilometers tikken aardig weg. De graanvelden langs rustige veldwegen zijn rijkelijk afgeboord met kleurijke bloemen. Het is alsof we door een bloemenwinkel rijden. De klaproos spant de kroon. Nog nooit hebben we er zoveel gezien. 

De inwoners van Spanje lijken uit te slapen. We zien in de voormiddag meer reeën dan auto's. Plots, vanop een bergpasje, zien we een beneden in het dal een hele grote vlakte met een eigenaardige constructie. We denken eerst aan zonnepanelen maar het blinkt niet. Na een leuke afdaling rijden we er middenin. Het is een appelgaard met netten overgespannen. In dit dal kweken ze waarschijnlijk evenveel appels als in heel Haspenhouw. Langzaam aan ruimen graanvelden plaats voor wijngaarden. Tegen de middag komen we aan in Aranda del Duero. Dit is het centrum voor de Spaanse Duero-wijn. Plaza Major is de uitgelezen plek voor drukke terrasjes en onze pick-nick. 

Na de middag volgt een saai stuk. Twintig kilometer rechte en vlakke weg. Het laatste uur rijden we terug langs verden en wijngaarden. In de verte doemt de burcht van Penafiel op. We slapen in het Covento Las Claras. Nee, we gaan niet op logement bij nonnen. Dit klooster is nu een viersterren hotel. Het meest merkwaardige aan dit stadje is Plaza de Coso. Het is een vierkant plein langs alle zijden helemaal dichtgebouwd. De bestrating is zand. Sinds de middeleeuwen wordt dit plein gebruikt voor stierengevechten. Een zitje op de houtenbalkons van de huizen worden verhuurd door de stad aan de hoogste bieder.

Stats: 140km. 736m stijgen. 885m dalen.

zaterdag 23 juni 2018

Veel afwisseling.

We dachten dat het dorpje bijna uitgestorven was. Omstreeks acht uur 's avonds liep het terras op Plazo Major (klein pleintje) vol met oud en jong. Veel gezinnen met jonge kinderen kwamen hier het weekend spenderen. Het was een blij weerzien voor velen en drank vloeide rijkelijk.
De tocht begint zoals ze gisteren eindigde, namelijk bergop. De schoonheid van de de desolate omgeving werkt als een pijnstiller op de stramme spieren.  Net een grote weg overgestoken zitten we plots in een andere omgeving. Het valleitje plooit open tot een eindeloze hoogvlakte. Een lappendeken van kleurrijke velden wordt doorbroken door een bergje, een bosje en hier en daar een boerendorp. Eenzamer kan het nauwelijks. 

Plots beginnen we aan een volgende hoofdstuk van de dag. De velden wisselen de wacht met een dennenbos. Voor twintig kilomter rijden we door een landschap dat lijkt op de Hoge Venen maar dan met een mediteraan karakter.
Nog kan het niet op. In het stadje Almazan rijden we een schitterend Plazo Major op voor de picknick. We komen er een oude bekende tegen: Hans Memling. Jawel, ze hebben hier een schilderijtje van onze eigen Vlaamse Meester en ze zijn er terecht trots op. Voor een Euro zijn we weer wat kennis rijker. 

Na de middag rijden we langs de Duero. Niets aan dit kleine riviertje laat vermoeden dat op zijn flanken verderop, en in Portugal, uitstekende wijn wordt verbouwd. 

We eindigen in het stadje Berlanga. Op zicht niets speciaal ware het niet dat de kerk voor de omvang van het stadje buiten proportie is. Het hoogaltaar mag gerust gezien worden. Op de heuvel staat een middeleeuwse burcht met nog een extra vijf meter dikke vestingsmuur errond. 


Enig minpuntje. Alle restaurants, op een na, zijn dicht op zaterdagavond. De honger is toch gestild. Morgen kunnen we verder.
Stats: 123km. 1183m stijgen en 1130 dalen.

vrijdag 22 juni 2018

Weg uit de vallei

Gisteren ben ik vergeten te melden dat Zaragoza ook de geboortestad is van Goya. Deze 18de eeuwse schilder verzorgde de fresco's in de beide kathedralen en andere gebouwen in de buurt alvorens aan het hof in Madrid te gaan werken. Er is een mooi museum dat een situatieschets geeft van renaissance periode voor Goya, zijn eigen schilderijen en gravures en de 19de eeuwse kunst na Goya naar zijn voorbeeld. De topwerken hangen uiteraard in het Prado in Madrid. 

Een luxueus fietspad voert ons uit de stad. Een grindpad naast een kanaal brengt ons nog eens 25km verder weg. Het is opboksen tegen de wind. Op een gegeven moment rijden we langs eigenaardige zandrotsen. Het is alsof we door een halve canyon rijden. Rechts zijn er boomgaarden, links torent een gelaagde zandwand boven ons uit. 

Onderweg komen we ook langs stadjes met kerken in de typische Mudjedar-stijl. In een ervan heeft een vrouw me spontaan een rondleiding.

Geleidelijk aan moeten we meer en meer klimmen, weg uit het dal. Aranda de Moncayo is ons einddoel. Het is een oude dorpje waar in 1900 nog bijna 1600 mensen woonden. In 2005 telde het slechts 220 inwoners. Vandaag zijn er twee meer die de gemiddelde leeftijd naar beneden halen.
Statistieken: 128km. 1199m stijgen en 533m dalen.

donderdag 21 juni 2018

Zaragoza

Zaragoza ligt aan de Ebro. De brede vallei is leeg en er groeit weinig. Dat staat ten minste beschreven in onze reisgids. Wij zien eindeloos veel goudkleurige graagvelden, fris groene rijstvelden, mais en een enkele appelgaard. Alles is opgefleurt met eindeloos veel bloemen. Het valt ons op dat de stuwmeren allemaal boordevol staan. En ja, de eerste ooievaars worden gespot. Een zacht windje duwt ons tegen de middag naar de stad. Een mooi fietspad gidst ons tot voor de kathedraal.
Zaragoza, een stad met 900.000 inwoners, bied twee kathedralen waarvan een heel impossant. Er zijn talrijke Romeinse musea, een Moors paleis en ook nog enkele heel moderne gebouwen. Twee dagen krijgen we hier wel vol. Deze namiddag hebben we ons daarom niet verveelt.  Toch vonden we de tijd voor een heerlijk ijsje.  Wat afkoeling is welkom want de thermometer geeft 36° aan.
Statistieken: 91km. 160m stijging. 511m daling.

woensdag 20 juni 2018

Aragon op zijn mooist

Bij iedere omwenteling van onze trappers krimpen de bergen alsof het mokerslagen zijn op een zandkasteel. Impossante, besneeuwde toppen worden beboste bergen.
Een rotsmassief, de Dolomieten waardig, doet nog een laatste poging om ons te verleiden. 

Maar we rijden ijverig verder. Een brede weg wisselt af met rustige veldwegjes, een keer langs een welriekende boerderij. We komen in een stuk natuur dat in pracht niet moet onderdoen voor de bergen. De heuvels zijn snedig. Goudkleurige graanvelden en fris groene gewassen wedijveren om de mooiste kleur. Het zijn de knal rode klaprozen die de prijs wegkapen.

Wikkend en wegend met zijn gespleten straat dartelt een wouw laag boven ons. Heel dit stuk is genieten van de natuur.
Bij een stuwmeer zijn we even onder de indruk van de spui van de dam die de rivier met veel geweld terug vult.

Iets verder krijgen we de kers op de taart. De rode rotsen van Mallos de Riglos steken impossant uit boven de rio Gallengo. Het is de thuis van gieren en klimmers.

Van hieruit resten ons nog tien pittige kilometers tot het dorpje Ayerbe. Het is een klein dorp met enkele oude gebouwen, een restant van een moorse burcht en een 12e eeuwse kapel.
Statistieken : Afstand 105km. Klimmen: 809m. Dalen 1469m.

dinsdag 19 juni 2018

Over de top

Reizen is mensen ontmoeten. Bij het ontbijt raken we aan de praat met een man die de Pyreneeën van de Middellandse zee tot aan de Atlantische kust doorkruist op een racefiets. Hij blijkt een gewezen profrenner te zijn die in het team zat van Anquetil en Merckx. Zijn naam Peter Head. Hij toont veel respect voor onze plannen. De Col de Pourtalet is ons voornaamste doel vandaag. Dertig kilometer klimmen naar een hoogte van bijna 1800m. Het is de Tour de France ten top. We rijden door een decor waarvoor velen naar de koers kijken op televisie. Eerst rijden we door een nauwe kloof waar een rivier diep onder ons naar beneden raast. Daarna krijgen we meer en meer vergezichten op bergen getooid met witte mutsen. De zon straalt maar het is niet te warm.



Heerlijk, gezapig kronkellend werken we ons naar boven. Massa^s kleurijke bloemen, een herder met schapen, een meer, watervallen... wat een schitterend decor. Een babbel met drie Britse motorrijders en wat verder met twee super enthousiate Fransen brengt nog meer kleur aan de ervaring. Om een uur zijn we boven. Er rest ons nog 10 kilometer afdaling naar Sallent de Gallenco. 
Sallent is een mooi, rustiek bergdorpje temidden van een schiterend decor. We worden hartelijk ontvangen in een casa rural. Het is te vroeg om niets te doen. Het zou ook zonde zijn om niet in deze bergen te gaan wandelen. We stappen  de GR11 omhoog langs twee stuwmeren tot aan een bar. Het terras langs een snelstromend riviertje zorgt voor een heerlijk rustmoment. Via een ander pad en een impossante waterval ronden we dus lus terug naar het dorp.
Nu wordt er een bord pasta met paddestoelen en truffel voor mijn neus gezet. Tijd om kracht op te doen voor morgen.

Statistieken: 47km. Stijging: 1380m. Daling: 575m.  Wandeling: 10km.  Hoogteverschil 300m.

maandag 18 juni 2018

Van de drukte naar de rust.

"Hebben jullie die dozen nog nodig?" . Als we al in het vliegtuig zitten komt een bagageafhandelaar ons melden dat de fiets met de doos niet in het vliegtuig kan. Oei. Zonder zal wel lukken. Oef. Die keuze is snel gemaakt. Gelukkig heb ik alle weke delen in noppenplastiek verpakt.  Op de luchthaven Tarbes van Lourdes krijgen we onze fiets snel terug zonder schade. Oef. Onze reis hierheen is zo vlot en zonder problemen begonnen.  Leuven sliep nog toen we bij Jos in de auto stapten. Opstaan om kwart voor drie doet een mens enkel om met vakantie te gaan. Inchecken verloopt vlotjes. Het vliegtuig, een Ambrear 190 voor de kenners, is kleiner dan een airbus.  Vandaar dat probleem met de doos. Geen nood. De reis kan nu echt beginnen.
Al vanop de luchthaven zien we de toppen van de Pyreneeën schitteren met sneeuw erop. Na 10 kilometer staan we in Lourdes. Het is nog geen tien uur maar al verrassend druk. Zusters, paters, priesters, invalieden en valieden loopt kriskras door mekaar. Een groot deel wordt vervoerd met een rolstoel. We bezoeken de verschillende kathedralen. Voor de grot is een viering bezig. Maar ons kan het weinig inspireren. De architectuur is misschien groots maar niet echt mooi. Na een uurtje hebben we het gezien. 

Al na een kilometer laten we de drukte achter ons en rijden we de schitterende natuur van de Pyreneeen in. Een klein wegje, best te beschrijven als "route degradé" voert ons door een mooie bos. Af en toe krijgen we mooie vergezichten op weides en velden of bergen. Wolken en zon spelen haasje over. Als we aan de B&B aankomen kunnen we pas om vijf uur binnen. Tijdens het half uurtje wachten komt een rode wouw sierlijk boven ons cirkelen.
Een echte franse pizza en 3-0 voor de Belgen is voldoende om ons een goede nachtrust te gunnen.

Statisieken: 71km plus 10 voor de pizza. Hoogtemeters 759m. Dalen 631m.

vrijdag 15 juni 2018


Leven is zoals fietsen
Om in evenwicht te blijven
moet je in beweging blijven

Deze quote van Albert Einstein las ik net in een artikel. Is dat geen mooie gedachte om maandag op fietsreis te vertrekken?

dinsdag 12 juni 2018

Het is weer zover.


Jawel. Het is weer de tijd van het jaar om de drukte van het alledaagse achter ons te laten. Nog een paar daagjes aftellen en we kunnen weer vertrekken. De meesten van jullie weten al dat we onze volgende fietsreis, de zesde, op het programma staan hebben. Komende maandag vliegen we naar Lourdes. Via een kleine sprong over de Pyreneeën rijden we in drie weken door het binnenland van Spanje en een stukje Portugal tot in Lissabon. We volgen weerom een route uitgestippeld door Benjaminse. Het overzicht van het traject kan je al op onze blog lezen. Waar de fietsmicrobe vandaag komt leer je ook op onze blog.

Iedere dag zal er een verslagje geschreven worden. Als de wifi-verbinding het toelaat komt het dezelfde dag online. Zo kan je ons zo virtueel volgen. Zoals vorige jaren kun je rechts op de homepagina van de blog inschrijven om een email te krijgen als er een nieuw verslag verschijnt. Let erop dat je een email zal krijgen om je inschrijving te bevestigen. Je kan natuurlijk ook de link bij je favorieten zetten of deze email bewaren en regelmatig gaan kijken. Rechtstreeks op de blog reacties posten zal niet lukken om misbruik door derde te vermijden. Je mag ons natuurlijk steeds een email sturen op ons gekende email adres. We wensen jullie veel leesplezier. Misschien doe je ook inspiratie op voor een volgende vakantie.

https://elsenwerneroproutaiberica.blogspot.com/

Beschrijving fietsroute door Spanje en Portugal

Hieronder krijg je een overzicht van de route die we zullen volgen. De bron voor dit overzicht is de website van Benjaminse (cyclingeurope.nl)

De Ruta Iberica is een route van Pau (bij Lourdes) in Frankrijk naar Madrid, Lissabon en Sevilla. De route doorkruist Spanje en Portugal van oost naar west. De route gaat over een van de meest toegankelijke passen over de Pyreneën, de Col du Pourtalet. Door het het dal van de Gallego en het brede dal van de Ebro loopt de route naar Zaragoza, de hoofdstad van Aragon met haar schitterende kathedraal. Na Zaragoza gaat de route door het dal van de Jalon omhoog naar de Moncayo, een streek met langzaam oplopende bergen die de overgang vormt naar de Castilliaanse hoogvlakte. Vanaf de hoogvlakte volgt de route een tijd lang het dal van de Duero (Douro in Portugees). Hier vindt je leuke kleine stadjes als Berlanga en El Burgo de Osma. Vanaf Berlanga gaat de meest directe route en makkelijke naar Madrid hierna naar het zuiden. De route over Segovia volgt nog een tijd het dal van de Duero en komt daarbij door het belanrijke wijnbouwgebied van Ribera de Duero, waar enkele van de beste wijnen van Spanje gemaakt worden. Langs de indrukwekkende kastelen van Peñafiel en Coca gaat het naar Segovia. Segovia met haar kasteel is al een doel op zichzelf. Daarachter rijzen de bergen op van Guadarrama. Via het de tuinen van het Spaanse Versailles gaat de route over de bergpas en daalt af naar Guadarrama. Kort hierna splitst een andere zijtak naar Madrid zich af. De hoofdroute gaat via het kloosterpaleis van El Escorial langs de onderrand van de bergen naar het dal van de Taag. Hierna begint een prachtig fietspad over de Via Verde de la Jara naar de toegangspoort van de Extremadura. De Extremadura heet je welkom met ruig beboste bergen waarboven adelaars en gieren cirkelen. Het is een paradijs voor vogelliefhebbers. Hier ligt het mooie stadje Guadalupe met haar prachtige klooster gebouwd ter ere van de Zwarte Madonna. Een ander bijzonder mooie stadje is Trujillo, waar het goud van de conquistadores werd gebruikt om enkele paleizen neer te zetten. De route daalt af naar het dal van de Guadiana via kleine wegen zonder verkeer en bereikt zo Merida, het Rome van Spanje genaamd en deze naam is het volledig waard. Van de oorspronkelijke rijke Romeinse stad zijn veel gebouwen bijna volledig bewaard gebleven. Je kan er ook prachtige mozaiëken bewonderen. Na Merida gaat de route verder in een tak naar Lissabon en een tak naar Sevilla.
De route naar Lissabon komt Portugal binnen bij de vestingstad Elvas. Dit stadje maakt terecht deel uit van het Unesco-werelderfgoed en ook Evora de hoofdstad van de Alentejo is dat. Daartussen liggen ook de aardige stadjes Estremoz en Vila Viçosa. Na de Alentejo komt de route aan de kust, met heerlijk rustige zandstranden. Een veerbootje brengt ons naar Setubal vanaf waar de route verder gaat naar de oever van de Taag voor het laatste pontje naar Lissabon. 

vrijdag 8 juni 2018

Opgedragen aan ons papa

We staan aan de vooravond van onze zesde fietsreis. Sinds we onze trekkingsfiets kochten zijn we helemaal verknocht aan deze heerlijke manier van reizen. De combinatie van sport, cultuur en genieten van het buiten zijn is ons op het lijf geschreven. Bij mezelf werden de wortels hiervoor al lang geleden gepland. Tijdens mijn schooljaren reed ik met de fiets van Lede naar Aalst. Dagelijks 7 kilometer door en terug. Kinderen tot aan de schoolpoort rijden met de auto was toen nog geen morele plicht. Waarschijnlijk werden toen de spieren gevormd om te fietsen.  Het echte vrijtijdsfietsen kwam anders aan bod. Papa ging fietsen en wij reden mee. Van Lede naar Aalst via kleine wegjes. Daar reden we een spoorweg omgevormd tot fietspad op. Zo naar Gijzegem en verder langs Schoonaarde om via Wichelen terug in Lede te belanden. Ik heb geen flauw idee hoeveel keer we die route reden. Wel weet ik nog dat we na een paar jaar te snel reden voor ons papa. Het lot van ieder ouder die uiteindelijk de duimen moet leggen voor de opgroeiende jeugd. Heel deze route werd gereden op kleine, rustige wegen. Zo doen we dat nu ook op onze fietsvakanties. Fietspaden op afgedankte spoorlijnen noemen we nu Via Verdes. Drukke wegen worden zoveel mogelijk gemeden. Ons papa zal er niet bij zijn. Op 13 april heeft hij ons met stille trom verlaten. In gedachten gaat hij wel mee. In Lourdes, waar de tocht start zullen we een kaarsje branden. Alles is goed.